De Vegetatieve Fase Van Cannabis

Published :
Categories : Cannabis kweken

De Vegetatieve Fase Van Cannabis

De vegetatieve fase vormt de basis voor de ontwikkeling van toppen. Check deze tips en trucs om een succesvol en gezond vegetatief stadium te garanderen.

Gedurende de vegetatieve fase ontwikkelen kleine cannabiszaailingen zich tot volgroeide planten. Het zien transformeren van canna-baby’s tot sterke en volwassen exemplaren is een hartverwarmende ervaring. We willen krachtige, gezonde planten zodat onze geliefde toppen kunnen floreren. Dit is exact waar de vegetatieve fase om draait. Laten we eens kijken naar de beste werkwijzen om alles uit het vegetatieve stadium te halen.

GRONDBEGINSELEN

De vegetatieve fase begint zodra de zaailingen uit de grond schieten en het daglicht omarmen. Het eind van dit stadium wordt gemarkeerd door het begin van de bloeifase. Tijdens de vegetatieve fase groeien cannabisplanten in grootte. De stengels worden dikker, het aantal en het formaat van de bladeren neemt toe en zijscheuten ontwikkelen zich en stabiliseren de plant. Kwekers willen verzekeren dat planten robuust en gezond zijn voordat de bloeifase begint. Dit voorziet de toppen van de uitrusting die ze nodig hebben om in formaat en kwaliteit te groeien.

GENETICA EN RUIMTELIJKE PLANNING

Genetica speelt een essentiële rol in de ontwikkeling van een plant tijdens de vegetatieve fase. Sommige soorten, zoals autoflowering variëteiten, blijven erg kort, tussen de 30-100cm. Bepaalde sativa’s kunnen echter wel 4m in hoogte bereiken. Indica-dominante soorten worden knoestiger en meer struikachtig dan sativa landrassen. Binnenkwekers kiezen vaak niet voor de lange sativa planten omdat die mogelijk te groot voor de ruimte worden. Het kiezen van de juiste genetica voor een teelt is de eerste en voornaamste stap.

Om te voorkomen dat van oorsprong lange soorten tot het plafond komen, kunnen bepaalde technieken, zoals toppen, SoG en ScrOG, gebruikt worden om een bossigere groei te stimuleren. Echter, deze methodes dienen voortijdig toegepast te worden. Zo hebben de planten namelijk voldoende tijd om zich aan te passen aan de veranderingen. Het is van wezenlijk belang om je te realiseren dat cannabisplanten zich aanzienlijk uitstrekken in de bloeifase. Indica’s doen dit gewoonlijk minder dan sativa’s. De laatste kunnen tot wel drie keer hun formaat aannemen nadat de bloeifase is begonnen.

HET KWEEKMEDIUM

Cannabisplanten kunnen in diverse teeltmedia gedijen tijdens de vegetatieve fase. Veel kwekers verkiezen het gebruik van aarde; de ouderwetse manier. De wortels absorberen hierbij de noodzakelijke voedingsstoffen uit de bodem, wat de planten in staat stelt om te floreren. Er zijn talloze aardemixen die gebruikt kunnen worden, waarbij de kwaliteit verschilt. De twee belangrijkste aspecten om rekening mee te houden bij het kopen van grond voor cannabisplanten zijn het watervasthoudend vermogen en de structuur ervan.

De aarde moet in staat zijn om genoeg water vast te houden zodat de wortels nutriënten kunnen opnemen. Echter, indien de bodem te compact is, kunnen de wortels niet zoveel zuurstof ontvangen als ze vereisen en worden de planten ziek. De structuur van de grond zou rijk en donker moeten zijn, maar niet modderig. Veel aardemixen zijn voorbemest, wat meestal fantastisch is voor de planten. Maar sommige kunnen overbemest zijn en voedingsvergiftiging veroorzaken, iets wat hoogst ongewenst is.

VOEDINGSSTOFFEN

Tijdens de vegetatieve fase hebben de planten aanzienlijke hoeveelheden stikstof nodig. Veel telers prefereren het gebruik van meststoffen met een 2-1-1 NPK (stikstof, fosfor, kalium) verhouding. De meest gemaakte fout door beginnende kwekers is het overvoeden van de planten. Beginnen de uiteinden van de bladeren bruin te worden, of is de groene kleur van de blaadjes te donker? Dan kun je met voedingsvergiftiging te maken hebben. Het is zeldzaam voor cannabisplanten om ondervoed te zijn gedurende de eerste stadia van de vegetatieve fase. Maar als ze een beetje slap lijken en de groene kleur zwak is, moeten wellicht extra voedingsstoffen worden toegediend.

De Vegetatieve Fase Van Cannabis

BELICHTING

Tijdens de vegetatieve fase krijgen de planten grote fan leaves, die licht absorberen en het in energie omzetten via het proces van fotosynthese. Wat betreft belichting is er een ongeschreven regel onder topkwekers. Die houdt in dat fotoperiodieke cannabisplanten tijdens het vegetatieve stadium achttien uur aan licht en zes uur aan duisternis moeten worden blootgesteld voor optimale resultaten. Zodra de bloeifase begint, wordt de cyclus overgeschakeld van 18-6 naar 12-12.

Deze omschakeling geeft de plant het teken dat het herfstseizoen is begonnen en dat het tijd is om te bloeien. Autoflowering variëteiten werken niet op dezelfde wijze als fotoperiode-gevoelige planten. Deze kunnen namelijk wel zo'n 22 uur licht per dag ontvangen. Sommige kwekers hebben zelfs goede resultaten gemeld bij het blootstellen van hun autoflowering soorten aan 24 uur licht. De meeste telers geven hun autobaby’s echter minstens twee uur duisternis, zo niet zes. Binnenkwekers gebruiken HPS of LED lampen om hun planten van lumen te voorzien. CFL lichten werken ook, maar deze worden voornamelijk gebruikt in kleinschalige operaties met beperkte ruimte. Velen hebben geweldige resultaten behaald met het blootstellen van zaailingen aan CFL lampen, in plaats van aan krachtige HPS of LED lichten. Soms kan verlichting namelijk te heet zijn voor de planten, wat ons bij de volgende sectie brengt.

TEMPERATUUR

Als de temperaturen te laag zijn, stagneert de groei van de planten en kunnen er verschillende plagen en ziekten de kop opsteken. Wanneer de temperatuur te hoog is, stagneert de groei, drogen de bladeren uit en strekken de planten zich uit in ongewenste richtingen. Gedurende de lichtcyclus gedijen cannabisplanten goed bij temperaturen van tussen de 23-28°C. Tijdens de donkere cyclus, ligt de optimale temperatuur tussen de 20-24°C. Buiten geteelde cannabis kan tot wel 35°C verduren omdat de wortels diep in de grond zitten waar het aangenaam koud is. HPS lichten verspreiden een hoop warmte, dus daarbij is het belangrijk om een degelijk uitlaatsysteem te installeren. Hiermee kan de hete lucht die zich rond de lampen opbouwt worden afgezogen.

BEWATERING

Het water dient altijd pH-gebalanceerd te zijn. De wortels nemen alleen de benodigde voedingsstoffen op als de pH waarde aan de standaard van de wortelzone voldoet. Het optimale niveau voor aarde is 6-7pH. Voor hydrosystemen werkt 5,5-6,5pH prima. We kunnen niet genoeg benadrukken hoe belangrijk het behouden van de juiste pH is. Als iemand aarde irrigeert met, laten we zeggen water met een pH waarde van 5, dan nemen de planten mogelijk helemaal geen stikstof op. Als je de pH vervolgens corrigeert, kan de opgehoopte stikstof in de bodem leiden tot oververzadiging bij de planten en een stikstofvergiftiging veroorzaken. Met andere woorden, een optimale pH waarde is uiterst belangrijk.

Tijdens de zaailing fase dient de grond te allen tijde relatief vochtig te zijn. Zodra de planten wat groter zijn, hoef je de aarde alleen water te geven wanneer die bijna droog is. Trap niet in de grootste valkuil; overbewatering. Dit komt vaak voor wanneer beginnende telers de planten van zoveel mogelijk goedjes willen voorzien. Een overbewaterde plant is heel lastig te herstellen in aarde, waarbij haar uit laten drogen de enige oplossing is. De meest voorkomende kenmerken van overbewatering zijn hangende en treurige bladeren en chlorose. Als de planten er droog en levenloos uitzien, betekent dit waarschijnlijk dat ze te weinig water hebben gekregen. Het is beter om een plant lichtjes aan de onderbewaterde kant te houden, omdat het veel eenvoudiger is om haar even wat meer te geven, dan dat je overtollig vocht moet zien weg te krijgen.

Dit waren de voornaamste zaken waar je rekening mee moet houden bij de vegetatieve fase. Het is een prachtige ervaring als je kostbare planten vorm krijgen en de basis leggen voor het floreren van de toppen. Het is belangrijk om een plant regelmatig te controleren en in haar behoeften te voorzien. Als vuistregel voor onervaren kwekers geldt: planten minder geven, levert meestal meer op voor een gezonde ontwikkeling.